Het Doddendaelpad

Gepubliceerd op 24 januari 2024 om 11:55

Een beeld van het Doddendaelsepad uit de recente uitgave 50 Nieuwste Klompenpaden. Foto: Carlo Vos

'Niet alleen de verschillende seizoenen kleuren een wandeling, maar ook de persoon zelf die de wandeling loopt'

Het gebeurt me weleens dat ik tijdens een wandeling per ongeluk een klompenpad tegenkom. Als ik het figuurtje van de twee klompjes met de kronkelende lijn op een paaltje tegenkom, denk ik vaak: gelukkig, ik loop een wandeling die de moeite waard is om als klompenpad bestempeld te worden. Dan wordt het vast een goede wandeling.  En dit terwijl ik weet dat ook wandelingen die als klompenpad zijn bestempeld in kwaliteit verschillen.

 

Laatst gebeurde het weer: ik was met een vriend aan het wandelen toen we een klompenpadenbordje tegenkwamen. Ik herkende de naam die bij het bordje stond uit ons 50 Nieuwste Klompenpaden-boekje: het Doddendaelpad. Ik herinnerde me het verhaal dat Rob Hoekstra over dit pad schreef. Het verhaal ging over het spook van Ewijk, dat hier ergens zou ronddwalen. Als ik dat verhaal niet van te voren gelezen zou hebben, zou mijn belevenis van deze wandeling waarschijnlijk totaal anders zijn geweest. Maar nu bevond het spook zich in de modderige paden, in het uitgestrekte gras en in de rimpelingen van de Waal.
Ik dacht aan hoe iedereen die de klompenpaden bewandelt er weer een andere column over zou schrijven. Niet alleen de verschillende seizoenen kleuren een wandeling, maar ook de persoon zelf die de wandeling loopt. De vriend met wie ik liep kon met zijn lengte bijvoorbeeld verder kijken dan ik, terwijl ik vaker stopte om onderweg naar iets op de grond te kijken. De paden zouden, als verschillende mensen ze zouden omschrijven, telkens op andere manieren beschreven en ingekleurd worden.


De vriend met wie ik liep zei: ‘als ik hier een column over zou moeten schrijven zou ik vertellen over die ene keer dat ik mijn jas hier verloor. Toen ik een paar dagen later terugging om te kijken of hij ergens lag, vond ik mijn jas hangend in een struik terug. Het leek net of er een man in de struiken hing.’ Ik vertelde hem over het spook van Ewijk en vroeg me hardop af of die misschien de jas van mijn vriend had aangedaan. Dat het daarom had geleken alsof ‘iemand’ de jas aanhad. Misschien, zo stelde ik me voor, had het spook het koud. En terwijl we over de kronkelpaden liepen, dacht ik: hoe anders iedereen een wandeling ook beleeft, wellicht zou het spook van Ewijk ervoor zorgen dat iedereen die het Doddendaelpad bewandelt er een spookverhaal over schrijft.

Ettie is bureauredacteur bij Uitgeverij Blauwdruk.