Blauwe Kamer 1/2017
DOSSIER:
‘VAN WIE IS HET VEEN?’
Er is geen gebied dat al zo lang in een impasse verkeert als het Nederlandse veenweidegebied. De vicieuze cirkel van inklinking en bodemdaling houdt de lage veenpolders in West-Nederland en Friesland sinds tijden in zijn greep.
Decennialang is die bodemdaling voor lief genomen. De agrariërs kunnen op de meeste plekken nog prima uit de voeten, vooral ook omdat de waterschappen desnoods voor elke boer een eigen slootpeil regelen. Maatschappelijk gezien staat bodemdaling nauwelijks in de belangstelling en de dreigende teloorgang van een van de grootste aaneengesloten veengebieden ter wereld is nooit een serieus argument gebleken.
In de argeloze houding lijkt langzaam verandering in te komen, onder andere door de toenemende aandacht voor klimaatverandering en de hard oplopende kosten. De oplossingen liggen voor de hand, zo blijkt uit dit nummer. Veel experts pleiten voor een combinatie van onderwaterdrainage, vernatting en extensieve landbouw om de bodemdaling af te remmen. De grote vraag is wie het voortouw neemt. Zijn dat de agrariërs of moeten waterschappen gewoonweg nieuwe vormen van waterbeheer introduceren, zoals het samentrekken van de talloze peilvakken?
Volgens de Zuid-Hollandse gedeputeerde Rik Janssen en dijkgraaf Hans Oosters moeten zowel de overheid als de samenleving in actie komen. In een gesprek met redacteur Marieke Berkers benadrukken beide bestuurders de wisselwerking: ‘Burgers, ondernemers en boeren moeten zich meer bewust worden dat niet alle risico’s gedekt worden door de overheid en zelf vaker tot actie overgaan.’ Dit sluit aan bij de wijze waarop in Gouda de extreme bodemdaling de komende jaren wordt aangepakt. Daar slaan de gemeente, het bedrijfsleven en kennisinstellingen de handen ineen om met onderzoek en proefprojecten het zakken van de stad een halt toe te roepen. Journalist Vincent Kompier ging kijken en trof een hoop vertrouwen aan: ‘We zijn het meest innovatieve deltaland in de wereld. Als wij het niet kunnen, wie dan wel?’
De hamvraag is welke rol het ruimtelijk ontwerp speelt. De bijdrage van met name de landschapsarchitectuur is marginaal, zo ondervond redacteur Marc Nolden tijdens zijn rondgang door de Hollandse en Utrechtse veenweiden. Ondanks interessante ontwerpstudies uit het recente verleden concludeert Nolden dat ontwerpers te vaak met grote gebaren en onrealistische ontwerpconcepten op de proppen komen. Terwijl, zo schrijft Nolden, een bescheiden ontwerphouding gewenst is. Landschapsarchitect Peter de Ruyter laat in zijn essay een compleet ander geluid horen. Hij pleit voor een ‘ruilverkaveling 2.0’ waarbij de landschapsarchitectuur juist wel het voortouw neemt. ‘Landschapsarchitecten moeten niet aan de zijlijn blijven staan. Dat zijn we verplicht aan onze kinderen én aan onze boeren.’
EN VERDER...
DRIE PLANNEN VOOR PALEIS SOESTDIJK
Teun van den Ende duikt in de drie plannen voor de herbestemming van paleis Soestdijk. Welke ideeën hebben de verschillende consortia? En hoe kansrijk zijn hun voorstellen?
INTERVIEW MET POSAD SPATIAL STRATEGIES
Marieke Berkers bezoekt stedenbouwkundigen Han Dijk en Boris Hocks en spreekt met hen over hun werk, ontwerpvisie en toekomstplannen.
DE OPKOMST VAN DE BURGERONTWERPER
Dat de wereld van de bouwprojecten wel degelijk verandert laat Tim Devos zien i Gemeenten krijgen te maken met professioneel georganiseerde gelegenheidscoalities van burgers die goed beslagen ten ijs komen en zich als partners ontpoppen. Een aantal voorbeelden uit Nederland en België.
DE PROJECTEN
Anne Seghers gaat naar de Bijlmer om te kijken wat de renovatie van de Kleiburgflat op buurtniveau heeft opgeleverd. Martijn Franssen volgt de Diefdijklinie om de maatregelen voor dijkversterking te beoordelen.
COLUMNS
Van Christiaan Weijts, Marinke Steenhuis en Madelief ter Braak