LB Blauwe Kamer 4/2021

Sale!
€ 22,50 € 11,25

-----

LET OP LICHT BESCHADIGD!

-----

 

JAARBOEK LANDSCHAPSARCHITECTUUR EN STEDENBOUW 2021

De laatste editie van het jaar is traditiegetrouw het Blauwe Kamer Jaarboek, de jaarlijkse reflectie op het werk van Nederlandse landschapsarchitecten en stedenbouwkundigen. De onafhankelijke selectiecommissie onder leiding van voorzitter Esther Agricola koos uit 104 inzendingen 23 voorbeeldige projecten. De commissie bestond verder uit stedenbouwkundige Miranda Reitsma, de landschapsarchitecten Paul Achterberg en Claire Laeremans en architect Dingemans Deijs.

 

Het is een kleine breuk met vorige selectiecommissies, de aandacht die deze commissie heeft voor de ambachtelijke kanten van het ontwerpvak, zoals esthetiek, detaillering, schaal en maat. Waar in voorgaande edities de nadruk vaak lag op strategische en procesmatige projecten, greep deze commissie de gezamenlijke discussies aan om het klassieke vakmanschap – wat maakt een stedenbouwkundig en landschapsarchitectonisch ontwerp goed en mooi? – onder woorden te brengen. Het enthousiasme over schoonheid en ontwerpkwaliteit gaat gepaard met een andere, veel somber- dere conclusie. De commissieleden stellen (en daarin verschillen ze dan weer niet van hun voorgangers) dat juist binnen hét stedenbouwkundige vraagstuk van dit moment – hoe geven we vorm aan de enorme woningbouwopgave? – kwaliteit, vernieuwing en schoonheid soms ver te zoeken zijn. Ondanks enkele lichtpunten, zoals het gelauwerde Little C en het radicale concept voor een meerlaags stadsblok in het Rotterdamse Zomerhofkwartier, lijkt de stedenbouw in steeds meer gevallen buitenspel te staan.

 

De gebrekkige kwaliteit van veel stedelijke verdichtingsplannen brengt de commissie in verband met wat zij ‘het definitieve einde van het modernisme’ noemt. Dit was een periode waarin een heilig geloof bestond in de stedenbouw als publieke zaak, en daar is, zo stelt de commissie vast, weinig tot niets voor in de plaats gekomen. Juist hierdoor zijn ontwerpprojecten kwetsbaar. Vooral als het gaat om de borging van ‘publieke’ onderdelen als sociale woningbouw, de inrichting van een hoogwaardige openbare ruimte, klimaatdoelen en de toegang tot openbaar vervoer. Het bouwen en toevoegen van woningen, en het ontwerpen en transformeren van stadswijken draait uiteindelijk om de vormgeving van een samenleving. In deze sociale agenda – en in de enorme klimaatopgave – ligt een kans om het publieke profiel van de stedenbouw en de landschapsarchitectuur te rehabiliteren.

 

Voor het landelijk gebied verlangt de commissie een allesomvattend verhaal, omdat in het streven naar een duurzame samenleving juist het platteland een sleutelrol vervult. Daar landen veel van de projecten die nodig zijn om onze klimaat- en duurzaamheidsdoelen te behalen. Nu steeds meer signalen op rood staan is het de hoogste tijd om de vele vernieuwende ideeën over hoe de klimaat-, energie- en voedseltransitie moet verlopen werkelijkheid te maken en te vertalen naar fysieke ruimten, landschappen en plekken. Daarbij geldt een uitgangspunt: natuurlijke systemen in de ondergrond moeten weer als basis dienen voor de ruimtelijke keuzes die we bovengronds moeten maken.

 

De 23 projecten zijn verdeeld over vijf themablokken: De hand van de meester, Voor de mensen, Red de planeet, Zo maak je stad, Enig in zijn soort.

 

EN VERDER

Essay over schoonheid

Het ruimtelijk ontwerp krijgt een grote rol toegedicht in de aanpak van meeslepende opgaven als klimaatverandering, verstedelijking en sociale ongelijkheid. De vraag rijst of dit het repertoire van landschapsarchitecten en stedenbouwkundigen beïnvloedt. Is het tijd voor een herziening van stijlfiguren en onze kijk op esthetiek? Landschapsarchitect en selectiecommissielid Paul Achterberg vindt van niet. Volgens hem moeten ontwerpers trouw blijven aan een wetmatigheid die de schoonheid van een goed ontwerp al eeuwenlang definieert: de ideale verhouding tussen materie en ‘tussenruimte’ – die elke ontwerper zo dicht mogelijk wil benaderen, maar waar hij nooit bij zal komen.

 

Interview met Ton Schaap

Al bijna vier decennia drukt stedenbouwkundige Ton Schaap zijn stempel op de vormgeving van de stad Amsterdam. Die bevoorrechte positie heeft Schaap wel moeten bevechten, onder andere met het plan voor het Oostelijk Havengebied, waar hij en zijn collega’s braken met de stedenbouw van het modernisme. ‘In de haven woonden krakers en woonbootbewoners. Die hadden zoiets van: flikker op met je plannen, dit is ons gebied.’

 

Fotoreportage over de denkbeeldige kust

Fotograaf Michael Rhebergen reisde naar plekken in Nederland die door de stijgende zeespiegel straks mogelijk onze nieuwe kust vormen. Zo fietste hij onder meer door de Achterhoek op zoek naar aanwijzingen van het naderende onheil. De strekking van zijn fraaie fotoserie: is er in de tijd die ons rest iets te zeggen over hoe klimaatverandering onze relatie met het landschap beïnvloedt? Artikelen over de handschets, diversiteit en de aanpak in Rotterdam en Utrecht.

 

COLUMNS

Van Arjan Harbers en Sander de Knegt.